„plaats“: zelfstandig naamwoord plaatszelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Platz, Ort, Stelle, Innen-Hof, Stellung, Stätte, Stelle Platzmannelijk | Maskulinum, männlich m plaats plaats Ortmannelijk | Maskulinum, männlich m plaats plaats Stellevrouwelijk | Femininum, weiblich f plaats Stättevrouwelijk | Femininum, weiblich f plaats plaats (Innen-)Hofmannelijk | Maskulinum, männlich m plaats plaats Stellungvrouwelijk | Femininum, weiblich f plaats Stellevrouwelijk | Femininum, weiblich f plaats plaats ejemplos plaats van levering Erfüllungsortmannelijk | Maskulinum, männlich m plaats van levering plaats van de misdaad Tatortmannelijk | Maskulinum, männlich m plaats van de misdaad plaats nemen Platz nehmen plaats nemen in plaats van (an)statt (genitief, 2e naamval | Genitivgen) anstelle (genitief, 2e naamval | Genitivgen) in plaats van in jouw plaats an deiner Stelle in jouw plaats in plaats daarvan stattdessen in plaats daarvan in (of | oderod op) de eerste plaats an erster Stelle, in erster Linie in (of | oderod op) de eerste plaats niet in de laatste plaats nicht zuletzt niet in de laatste plaats niet op zijn plaats zijn fehl am Platz sein niet op zijn plaats zijn iemand op zijn plaats zetten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig jemanden zurechtweisen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iemand op zijn plaats zetten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig op de plaats rust! militair | Militär, militärisch ModeMIL rührt euch! op de plaats rust! militair | Militär, militärisch ModeMIL ocultar ejemplosmostrar más ejemplos