„laten“: werkwoord laten [ˈlaːtə(n)]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) lassen lassen laten laten ejemplos laten halen/komen holen/kommen lassen laten halen/komen laten we (of | oderod laat ons) gaan! gehen wir! laten we (of | oderod laat ons) gaan! achter zich laten sport | SportSPORTen | und u. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ook | aucha. abhängenen | und u. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig achter zich laten sport | SportSPORTen | und u. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig het laten bij es bewenden lassen bei (datief, 3e naamval | Dativdat) het laten bij naar beneden laten herunterlassen, hinunterlassen naar beneden laten dat zal hij wel laten! das wird er wohl bleiben lassen! dat zal hij wel laten! laat maar! lass nur! laat maar! ocultar ejemplosmostrar más ejemplos