„grijpen“: werkwoord grijpen [ˈɣ̊rɛĭp-]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) greifen, ergreifen, fassen greifen grijpen grijpen ergreifen, fassen grijpen grijpen ejemplos om zich heen grijpen um sich greifen, sich breitmachen om zich heen grijpen voor het grijpen liggen in greifbarer Nähe liegen voor het grijpen liggen voor het grijpen liggen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig zum Greifen nahe liegen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig voor het grijpen liggen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig