„ontdoen“: werkwoord ontdoen [-ˈduˑn]werkwoord | Verb v <ontdoen> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) befreien befreien ontdoen ontdoen ejemplos zich ontdoen van sich entledigen (genitief, 2e naamval | Genitivgen) ablegen zich ontdoen van