„koken“: werkwoord koken [ˈkoːkə(n)]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) kochen, sieden kochen, sieden koken koken ejemplos kokend heet siedend (of | oderod kochend) heiß kokend heet zijn bloed begon te koken sein Blut geriet in Wallung zijn bloed begon te koken van woede koken vor Wut kochen van woede koken