„broeden“: werkwoord broeden [ˈbruˑdə(n)]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) brüten brüten broeden broeden ejemplos op iets zitten broeden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig über einer Sache brüten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig op iets zitten broeden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig