„bang“: bijvoeglijk naamwoord bangbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) ängstlich, bange ängstlich, bange bang bang ejemplos iemand bang maken jemandem Angst machen iemand bang maken bang worden Angst bekommen bang worden bang zijn (voor) Angst haben (vordatief, 3e naamval | Dativ dat) sich fürchten (vordatief, 3e naamval | Dativ dat) bang zijn (voor) ik ben bang dat … ich fürchte, dass … ik ben bang dat … wees maar niet bang! (nur) keine Angst (of | oderod Bange)! wees maar niet bang! ocultar ejemplosmostrar más ejemplos