„afdoen“: werkwoord afdoen [ˈ-duˑn]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) abmachen, abtun, erledigen, ablegen, abwischen, abtragen abziehen abmachen, abtun afdoen afdoen erledigen afdoen afdoen ablegen Kleider afdoen afdoen (ab)wischen Staub afdoen afdoen abtragen Schuld afdoen afdoen abziehen vom Preis afdoen afdoen ejemplos niets afdoen aan iets figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iets | etwasetwas nicht schmälern, einer Sache keinen Abbruch tun figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig niets afdoen aan iets figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig