„verwenden“ verwenden <verwenden> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) gebruiken gebruiken verwenden verwenden ejemplos verwenden auf (Akkusativ | accusatief, 4e naamvalakk) besteden aan verwenden auf (Akkusativ | accusatief, 4e naamvalakk) sich für jemanden verwenden zich voor iemand inzetten sich für jemanden verwenden