„vorig“: bijvoeglijk naamwoord vorig [ˈv̊oːrəx]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) vorig vorig vorig vorig ejemplos vorig jaaronzijdig | Neutrum, sächlich n ook | aucha. Vorjahronzijdig | Neutrum, sächlich n vorig jaaronzijdig | Neutrum, sächlich n de vorige spreker der Vorredner de vorige spreker