„uitschelden“: werkwoord uitschelden [ˈ-sxɛldə(n)]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) ausschimpfen, beschimpfen ausschimpfen, beschimpfen uitschelden uitschelden ejemplos iemand uitschelden voor jemanden beschimpfen als iemand uitschelden voor