„stroom“: zelfstandig naamwoord stroomzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <stromen> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Strom, Fluss, Flut Strommannelijk | Maskulinum, männlich m stroom stroom Flussmannelijk | Maskulinum, männlich m stroom stroom ook | aucha. Flutvrouwelijk | Femininum, weiblich f stroom figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig stroom figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig