„strak“: bijvoeglijk naamwoord strakbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) straff, stramm, prall, starr, hauteng straff strak strak stramm, prall strak strak starr strak strak hauteng Kleidung strak strak ejemplos strak(ker) maken straffen strak(ker) maken strak(ker) worden sich straffen strak(ker) worden