„snoeien“: werkwoord snoeien [ˈsnuˑĭə(n)]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) stutzen, kürzen, scheren stutzen snoeien snoeien ook | aucha. kürzen snoeien figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig snoeien figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig scheren Hecke snoeien snoeien