„schijn“: zelfstandig naamwoord schijn [sxɛĭn]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Schein, Anschein Scheinmannelijk | Maskulinum, männlich m schijn schijn Anscheinmannelijk | Maskulinum, männlich m schijn schijn ejemplos er de schijn van hebben den Anschein haben er de schijn van hebben schijn bedriegt der Schein trügt schijn bedriegt geen schijn van kans nicht die geringste Chance geen schijn van kans voor de schijn zum Schein voor de schijn ocultar ejemplosmostrar más ejemplos