„ruzie“: zelfstandig naamwoord ruzie [ˈryˑziˑ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Streit, Krach, Zank Streitmannelijk | Maskulinum, männlich m ruzie Zankmannelijk | Maskulinum, männlich m ruzie ruzie Krachmannelijk | Maskulinum, männlich m ruzie omgangstaal | umgangssprachlichumg ruzie omgangstaal | umgangssprachlichumg ejemplos ruzie krijgen in Streit geraten, sich überwerfen ruzie krijgen