„pet“: zelfstandig naamwoord pet [pɛt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ten> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Mütze, Schirmmütze, Kappe Mützevrouwelijk | Femininum, weiblich f pet Kappevrouwelijk | Femininum, weiblich f pet pet Schirmmützevrouwelijk | Femininum, weiblich f pet pet ejemplos dat gaat boven mijn pet omgangstaal | umgangssprachlichumg das ist mir zu hoch, das geht über meinen Horizont omgangstaal | umgangssprachlichumg dat gaat boven mijn pet omgangstaal | umgangssprachlichumg geen hoge pet ophebben van keine hohe Meinung haben von (datief, 3e naamval | Dativdat) geen hoge pet ophebben van er met de pet naar gooien omgangstaal | umgangssprachlichumg schludern omgangstaal | umgangssprachlichumg er met de pet naar gooien omgangstaal | umgangssprachlichumg er met de pet naar gooien (einfach) raten er met de pet naar gooien Jan met de pet figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig der kleine Mann figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig Jan met de pet figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig iemand met twee petten (op) omgangstaal | umgangssprachlichumg jemand mit zwei Funktionen omgangstaal | umgangssprachlichumg iemand met twee petten (op) omgangstaal | umgangssprachlichumg alles pet! populair | populär, salopppop (alles) Mist! populair | populär, salopppop alles pet! populair | populär, salopppop ocultar ejemplosmostrar más ejemplos