„oudheid“: zelfstandig naamwoord oudheid [ˈɑut-]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-heden> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Altertum Altertumonzijdig | Neutrum, sächlich n oudheid oudheid ejemplos (klassieke) oudheid ook | aucha. Antikevrouwelijk | Femininum, weiblich f (klassieke) oudheid