„optiek“: zelfstandig naamwoord optiek [-ˈtiˑk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Optik, Sicht Optikvrouwelijk | Femininum, weiblich f optiek optiek ook | aucha. Sichtvrouwelijk | Femininum, weiblich f optiek figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig optiek figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig ejemplos in mijn optiek in meinen Augen meiner Meinung nach in mijn optiek