„lenen“: werkwoord lenen [ˈleːnə(n)]werkwoord | Verb v Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) leihen, borgen leihen, borgen lenen lenen ejemplos zich lenen tot sich hergeben zu (datief, 3e naamval | Dativdat) sich eignen zu (datief, 3e naamval | Dativdat) zich lenen tot tegen (of | oderod op) rente lenen auf Zinsen leihen tegen (of | oderod op) rente lenen