huishoudelijk
[-ˈhɑudə-]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adjVista general de todas las traducciones
(Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar)
- häuslichhuishoudelijkhuishoudelijk
- hauswirtschaftlich, Haushalts-huishoudelijkhuishoudelijk
- geschäftlichhuishoudelijkhuishoudelijk
ejemplos
- voor huishoudelijk gebruikfür den Hausgebrauch
- huishoudelijk werkonzijdig | Neutrum, sächlich nHausarbeit(en)Femininum, Plural in Klammern f(pl)