handigheid
[-xɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-heden>Vista general de todas las traducciones
(Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar)
- Gewandtheitvrouwelijk | Femininum, weiblich fhandigheidGeschick(lichkeit)Neutrum, Femininum in Klammern n(f)handigheidhandigheid