„glazuur“: onzijdig glazuur [ɣ̊lɑˈzyːr]onzijdig | Neutrum, sächlich n <-zuren> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Schmelz, Glasur, Zucker-Guss Schmelzmannelijk | Maskulinum, männlich mook | auch a. Zahnglazuur glazuur glazuur Glasurvrouwelijk | Femininum, weiblich f glazuur glazuur (Zucker-)Gussmannelijk | Maskulinum, männlich m glazuur glazuur