„gevoeglijk“: bijvoeglijk naamwoord gevoeglijk [-ˈv̊uˑxlək]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) füglich, mit Fug und Recht, getrost, ruhig füglich, mit Fug und Recht gevoeglijk gevoeglijk getrost, ruhig gevoeglijk gevoeglijk