„floepen“: werkwoord floepen [ˈfluˑpə(n)]werkwoord | Verb v <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn> omgangstaal | umgangssprachlichumg Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) flutschen flutschen floepen floepen