„cijfer“: onzijdig cijfer [ˈsɛĭfər]onzijdig | Neutrum, sächlich n <-s> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Ziffer, Zahl, Schul-Note, Zensur Ziffervrouwelijk | Femininum, weiblich f cijfer cijfer Zahlvrouwelijk | Femininum, weiblich f cijfer cijfer (Schul-)Notevrouwelijk | Femininum, weiblich f cijfer Zensurvrouwelijk | Femininum, weiblich f cijfer cijfer ejemplos een cijfer geven voor iets iets | etwasetwas benoten een cijfer geven voor iets een bedrag van (of | oderod met) twee cijfers zweistellig een bedrag van (of | oderod met) twee cijfers dat loopt in de cijfers das wird teuer dat loopt in de cijfers