„besproeien“: werkwoord besproeien [-ˈspruˑĭə(n)]werkwoord | Verb v <besproeien> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) begießen, berieseln, sprengen begießen besproeien besproeien berieseln besproeien besproeien sprengen besproeien besproeien