„beschikken“: werkwoord beschikken [-ˈsxɪk-]werkwoord | Verb v <beschikken> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) anordnen, verfügen anordnen, verfügen beschikken beschikken ejemplos (over) verfügen (überaccusatief, 4e naamval | Akkusativ akk) (over) afwijzend beschikken abschlägig bescheiden, ablehnen afwijzend beschikken