„autoriteit“: zelfstandig naamwoord autoriteit [-ˈtɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) Autorität, Kapazität, Behörde Autoritätvrouwelijk | Femininum, weiblich f autoriteit autoriteit Kapazitätvrouwelijk | Femininum, weiblich f Personook | auch a. autoriteit autoriteit Behördevrouwelijk | Femininum, weiblich f autoriteit autoriteit