ambtsperiode
zelfstandig naamwoord | Substantiv subst, ambtstermijn [ˈ-tɛrmɛĭn]Vista general de todas las traducciones
(Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar)
- Amtszeitvrouwelijk | Femininum, weiblich f, -periodevrouwelijk | Femininum, weiblich fambtsperiodeambtsperiode