„aankoeken“: werkwoord aankoeken [ˈ-kuˑk-]werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Vista general de todas las traducciones (Para obtener más detalles de la traducción, hacer clic/pulsar) anbacken, anbrennen anbacken aankoeken aankoeken anbrennen aankoeken aankoeken